Het productiegebied van de Champagne
De ChampagneIn het hart van Frankrijk, ongeveer 130 km ten oosten van Parijs, liggen de edele wijnstokken en het teeltgebied.
Een belangrijk criterium voor de afbakening van het wijnbouwgebied was de bodemsamenstelling. Het belemnietkrijt uit de secundaire periode en de micro-elementen zijn uniek. De kalkbodem wordt bedekt met een ongeveer 20-50 cm dik humus/lemengsel, dat door de wijnstokwortels diep in het krijt wordt doordrongen. Er ontstaat een kostbaar evenwicht, want naast de voedingswaarde van de humus houdt het krijt niet alleen de ideale luchtvochtigheid vast, maar slaat het ook de warmte van de dag op en geeft die 's nachts langzaam af aan de wijnstokken: een natuurlijk airconditioningsysteem! De hoge bossen beschermen tegen de harde wind. Het weer in de Champagne is gevarieerd, soms erg guur, afhankelijk van het seizoen. Door de eeuwen heen, hebben de Champagne in zijn ontwikkeling daar echter zeer goed, omdat het er over het algemeen niet te koud en niet te warm is. De hoeveelheid druiven per hectare die voor de champagne mag worden gebruikt, wordt elk jaar kort voor de druivenoogst bij wet vastgesteld: 1996 b.v. een maximum van 10.400 kg druiven per hectare had recht op de AOC-benamingen Champagne en Coteaux Champenois (stille wijn uit de Champagnestreek).
De totale oppervlakte die daar besloten is, is nu volledig beplant met wijnstokken, zodat het teeltareaal nu is uitgebreid tot nog eens 150 km.
Het voordeel hiervan is dat de champagne niet meer homogeen is door de verschillende grondsoorten en microklimaten en daardoor van regio tot regio sterk kan verschillen in smaak en uiterlijk.
De belangrijkste regio's zijn dus Vallée de la Marne, Montagne de Reims, Côte des Bar en Côte des Blancs.